De een werd onder druk gezet, de ander wilde zijn broer beschermen: explosieverdachten voor rechter (2024)

DEN HAAG - In de rechtbank in Den Haag moesten donderdag meerdere verdachten zich verantwoorden voor twee verschillende vuurwerkexplosies, een hardnekkig probleem dat de officier van justitie in één van de zaken 'een maatschappelijke plaag' noemt. Het ging om een explosie bij een Haagse flat in november van vorig jaar en een explosieve wraakactie van twee broers bij een feest in Pijnacker.

De 20-jarige verdachte van een vuurwerkexplosie bij een flat in Den Haag vorig jaar heeft zijn daden donderdag in de rechtbank bekend. De Rijswijkse L. zegt te zijn gedwogen door zijn criminele opdrachtgever, maar durft die niet bij naam te noemen. 'Hij heeft me ook in elkaar geslagen en op school opgezocht. Hij weet waar ik woon.'

De explosie vond op 6 november plaats op de vierde etage van een flat aan de Hendrinaland in de Haagse wijk Mariahoeve. De vuurwerkbom ontplofte rond half twee 's nachts. De bewoners van het appartement, een man en een vrouw, waren niet thuis. Zij hadden argwaan gekregen en waren vertrokken toen er eerder die avond iemand via de intercom had aangebeld, maar niks zei. Een dag eerder was er in dezelfde flat ook al een explosie.

Een buurman zag kort na de explosie twee jongemannen wegrennen. L. bekende donderdag in de rechtbank één van de twee te zijn. Ook gaf hij toe de vuurwerkbom te hebben geplaatst. 'We hebben twee uur rond het gebouw gelopen omdat we twijfelden. Toen hebben we het toch gedaan.'

L. zou de bom hebben geplaatst in opdracht van een crimineel die voor hem een aantal parkeerboetes had betaald. In ruil daarvoor moest L. 'allerlei rotklussen voor hem doen'. Deed hij dat niet, dan werd hij in elkaar geslagen of bedreigd. Hij zou vrezen voor zijn leven en dat van zijn familie. 'Ik probeer hem te ontwijken, maar ik ben doodsbang dat er iets met mijn familie gebeurt. Hij weet dat dit mijn zwakke plek is.'

Volgens de rechter zit L. 'aan een touwtje' bij zijn opdrachtgever. 'Als je vrijkomt, staat hij je weer op te wachten.' Ook zijn advocaat hoopt dat L. de naam van de opdrachtgever alsnog gaat noemen.

De officier van justitie (OvJ) leek minder sympathie voor L. op te kunnen brengen. Volgens haar heeft hij zich 'met een knip van de vinger voor het karretje laten spannen.' Dat hij onder druk stond was aannemelijk, maar tegelijkertijd had hij ook zijn eigen verantwoordelijkheid.

'Het is een maatschappelijke plaag geworden, die vuurwerkexplosies', zei de officier van justitie op de zitting. 'Er hangt een sfeer van angst en onveiligheid onder mensen, en de verdachte heeft daar zijn steentje aan bijgedragen.'

Het Openbaar Ministerie eiste een celstraf van achttien maanden, waarvan zes voorwaardelijk. De rechter doet over twee weken uitspraak.

L. was niet de enige die donderdag terecht stond voor een vuurwerkexplosie. Twee broers van 24 en 21 uit Zaandam en Delft hoorden celstraffen van 30 maanden tegen zich eisen voor het veroorzaken van een vuurwerkexplosie op een feestje in april vorig jaar.

De oudste verdachte bekende tijdens de zitting dat het om een wraakactie ging en gaf aan dat zijn jongere broer niks met de ontploffing te maken had.

Het gebeurde op 7 april van dit jaar bij een woning aan de Thorbeckelaan in Pijnacker. Daar was op dat moment een feestje gaande waar de vriendin van de jongere broer voor was uitgenodigd. De mensen op dat feest zouden haar ook komen ophalen. Dat leidde tot woede bij de jongere broer, vertelde K., de oudere broer uit Zaandam, tijdens de zitting. 'Ik wilde voorkomen dat hij in een vlaag van blinde woede iets ging doen.'

K. besloot daarom zelf maar actie te ondernemen. Hij gaf toe dat hij de explosie bij het de woning had veroorzaakt. Dat deed hij met een cobra, illegaal zwaar vuurwerk. Volgens K. handelde hij in zijn eentje. De jongere broer uit Delft, A., ontkende ook dat de twee samen naar het feestje waren gereden.

Maar volgens de officier van justitie waren de twee wel degelijk samen naar het huis gereden. Het was weliswaar K. die het vuurwerk liet afgaan, maar al met al zou het een gezamenlijke wraakactie van de broers zijn geweest.

Het Openbaar Ministerie heeft 30 maanden cel geëist tegen K., waarvan tien maanden voorwaardelijk. A. zou 30 maanden cel, waarvan twaalf maanden voorwaardelijk, moeten krijgen. De rechter doet over twee weken uitspraak.